Een vrije beroepspraktijk uit de grond stampen of succesvol runnen, houdt meer in dan het correct en kwalitatief beoefenen van het beroep. Cliënteel werven, rekruteren en coachen van personeel, administratieve formaliteiten, winstoptimalisatie& Een vrij beroeper is vandaag zonder meer een zaakvoerder. 77% van de ondervraagden meent echter in de basisopleiding onvoldoende ondernemersvaardigheden te hebben meegekregen om zijn praktijk te kunnen managen. De studies die leiden tot medische vrije beroepen zoals arts, tandarts en kinesitherapeut blijken het minst toereikend. Slechts 4,3% heeft naar eigen zeggen voldoende ondernemersvaardigheden in zijn basisopleiding verworven.
Kennis over steunmaatregelen krijgt men het minst in de basisopleiding (0,4%). Maar ook vaardigheden inzake marketing (3,4%) en personeelsbeleid (4,4%) ontbreken nagenoeg. Eén op tien tot één op vijf schoolt zich hiervoor bij via bv. de beroepsorganisatie of opleidingsinstellingen. Het meest tekenend is dat één derde tot de helft van de ondervraagden zijn vaardigheden ofwel in de praktijk zelf verwerft of zelfs helemaal niet. Drie vierde van alle ondervraagden wil bedrijfsbeheer in het lessenpakket van de basisopleiding opnemen.
In haar memorandum voor de Vlaamse verkiezingen van 7 juni pleit FVIB er dan ook voor om de voorbereiding tot een autonome praktijkvoering in de hogere opleiding of voorziene stage te integreren. De Federatie vraagt hiervoor overleg tussen de onderwijs- en beroepswereld om de praktische modaliteiten vast te leggen.
Beleid aangepast aan de professionalisering en management van de vrije beroepspraktijk
In haar prioriteitenprogramma voor de Vlaamse verkiezingen bepleit FVIB nog een aantal andere maatregelen.
Vandaag geraken veel assistentieberoepen niet ingevuld, omdat er geen of weinig specifieke opleidingen voorhanden zijn. Op korte termijn wil FVIB dat VDAB en Syntra oplossingen uitwerken, op lange termijn is dit de taak van de onderwijssector zelf. Hiervoor is het noodzakelijk de beroepscompetentieprofielen waarop de opleidingen gebaseerd zijn, te inventariseren en te coördineren. Permanent overleg tussen vertegenwoordigers uit de beroepssectoren en het onderwijs is onontbeerlijk.
Associatievorming biedt een maximum aan kansen voor het vrije beroep. Enerzijds garandeert het de kwaliteit en efficiëntie van de dienstverlening. Anderzijds zorgt het voor de aantrekkelijk van het beroep en voor continuïteit van de praktijk. Gezien het belang van associatievorming, verlangt FVIB aangepaste beleidsinstrumenten om deze praktijkvorm te ondersteunen.
Vrije beroepers moeten zich permanent en vaak verplicht bijscholen. Zij moeten hiervoor volwaardig een beroep kunnen doen op de KMO-Portefeuille. Deze subsidie moet aan de behoeften van de vrije beroepen getoetst worden, zodat zij er optimaal gebruik van kunnen maken.
Specifieke aandacht voor de zelfstandige zorgverstrekker
De zelfstandige zorgverstrekker zit vandaag nog te veel geprangd tussen veelal overlappende initiatieven enerzijds op het Vlaamse en anderzijds federale niveau. Een gezondheidszorgbeleid is pas efficiënt en effectief wanneer beide beleidsniveaus zich op elkaar afstemmen. De beroepssectoren moeten hierbij als representatieve gesprekspartner kunnen fungeren en moeten een duidelijke positie krijgen in het beleid.
Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest als aandachtspunt
Het vrije beroep is een specialiteit van de Brusselse economie. Daarom stelt FVIB een aantal prioriteiten voor het Brusselse Gewest voorop. Zo moeten vrije beroepers volledige toegang krijgen tot de bestaande ondersteuningsmaatregelen voor ondernemers. FVIB vraagt daarnaast een fiscaal beleid dat steunt op de harmonisering van de lokale fiscaliteit en komaf maakt van zogenaamde pestbelastingen. Inzake vestiging en ruimtelijke ordening moet het beleid de gemengdheid aanmoedigen en op het vlak van mobiliteit moet het tegemoet komen aan de behoeften van de vrije beroepers (bv. gratis kort parkeren). Ten slotte moet Brussels Gewest het onderlinge netwerken van vrije beroepen promoten en bevorderen.
Europa en het vrije beroep
In het memorandum voor de Europese verkiezingen wijst FVIB op het vrije beroep als steeds groeiende sociaal-economische factor binnen de Europese kenniseconomie. FVIB vraagt op Europees niveau de erkenning van de eigenheid van het vrije beroep bij de ontwikkeling van regelgeving. Daarnaast pleit de Federatie voor de zogenaamde 'impacttoets'. Het vrije beroep moet als gesprekspartner en adviseur kunnen optreden bij de invoering van regelgeving. Ten slotte wil FVIB een coherent beleid waar ruimte blijft voor zelfregulering en de erkenning van de beroepsinstanties.