Heb jij bij de scouts gezeten?”, vraagt Anton Smagghe me zowat meteen na zijn begroeting. Hij mag dan intussen een maand bezig zijn als secretaris-generaal, wanneer ik hem in augustus zie, is hij toch nog vooral topman van Scouts en Gidsen Vlaanderen. Na de plechtige belofte wel zeker mijn kinderen naar de scouts te sturen, vraag ik hem of hij klaar is om te starten.
“Het is echt razend druk tot op het einde. Eind augustus houden wij ons traditioneel startweekend voor de leiding, in totaal zo’n 4.000 mensen.
Daar komt veel bij kijken. Natuurlijk heb ik wel al nota’s van de Federatie doorgenomen en mij in een aantal documenten verdiept. Maar eigenlijk leer ik sowieso het liefste vanuit de praktijk.
In mijn eerste weken plan ik dan ook zoveel mogelijk gesprekken om echt voeling te krijgen met de sector.”
Heb je eigenlijk een link met het vrije beroep?
“Aan mijn vaders kant zitten veel familieleden in de advocatuur. Met een
bevriende advocate richtte ik een vzw op (SociaalNetwerkPlan, zie inzet) die mensen met juridische problemen individueel begeleidt. Zo heb ik toch wat inzicht gekregen in de uitdagingen voor de sector. En voor de rest ben ik bij de notaris langs geweest toen ik mijn huis kocht (lacht). “
Om topman van de scouts te worden, moeten ze je vragen. Voor deze job als secretaris-generaal moest je solliciteren. Je wou de job echt graag?
“Zeker. Ik was bij de scouts nu drie jaar bezig en kon voor nog eens drie jaar gekozen worden. Ik wou wel eens weten wat ik zou doen mochten ze me niet opnieuw verkiezen. Daarom ben ik doelgericht bij een aantal organisaties gaan zoeken naar vacatures, maar ik heb slechts voor één gesolliciteerd: deze.”
Nochtans lijkt je keuze voor een buitenstaander contradictorisch. Om het met clichés uit te drukken: van de jonge, dynamische, no-nonsense scoutslieden naar de conservatieve, statusgebonden vrije beroepen.
“(lacht) Maar in je cliché zit meteen ook een contradictie. Want onze scoutsjongeren zijn soms conservatiever dan je zou denken. De meeste leiders doen gewoon wat ze gezien en geleerd hebben toen ze zelf als kind in de scouts zaten. Maar dat is niet altijd toekomstgericht. Wij moeten onze mensen vaak uitdagen om tradities los te laten en
vernieuwend te zijn. ‘Je moet het vuur doorgeven, niet de as’, zei ik hierover eens op een speech voor leiders. Voor vrije beroepen is dit wellicht niet anders. Sommigen zullen zich bedreigd voelen door de vernieuwing en de evoluties. Maar willen vrije beroepen relevant blijven, dan moeten ze beseffen dat ze in die evoluties moeten meegaan. Zonder hun eigenheid te verliezen.”
En welke evoluties zijn dat volgens jou?
“Ik ken natuurlijk nog niet de finesses van elk beroep afzonderlijk. Maar algemeen denk ik dat mensen veel minder gevoelig zijn voor de status van vrije beroepen. Vroeger ging je gewoon naar de dokter, nu zoek je op voorhand op Google wat je zou kunnen hebben. In die zin moeten vrije beroepers meer ondernemend zijn. Onlangs leerde ik iemand kennen die instond voor de branding en marketing van een tandartsenpraktijk. Twintig jaar geleden zou zoiets toch ondenkbaar zijn
geweest? Dat bedoel ik."