Stress, hoge werkdruk, emotionele belasting
Minder dan de helft (45%) van de vrije beroepen vindt zijn beroep vandaag werkbaar. Dat is 6% minder dan bij de vorige meting in 2007 (51%). Kijken we naar de werkbaarheid bij alle zelfstandigen, dan is er een status quo (44,7% tgo 44,8%). De negatieve evolutie in het vrije beroep heeft verschillende oorzaken. Zo kampt 44% van de vrije beroepen met stress, tegenover 38% van alle zelfstandigen. Meer dan één op twee vindt de emotionele belasting van het beroep problematisch. De helft wijst een hoge werkdruk aan als een probleem en voor vier op tien is de werk-privébalans niet in harmonie. Volgens FVIB heeft dit vooral te maken met de aard van het vrije beroep. Vrije beroepen hebben een hechte vertrouwensrelatie met hun patiënt/cliënt en zijn nauw betrokken bij levensgebeurtenissen (ziekte, overlijden, bouwen van een huis…) die buiten de klassieke kantooruren vallen. Ten slotte nemen de kennisvereisten en regelgevingen steeds maar toe, wat de werkdruk en stress verhoogt.
Tevreden over contacten, ondernemerschap en economische situatie
Vrije beroepen zijn wel tevreden over hun contacten met leveranciers (91%), patiënten/cliënten (69%), partners (77%) en personeel (71%). Behalve over de relatie met de overheid, daarover is slechts 23% tevreden. Vrije beroepen zijn ook relatief gelukkig over economische aspecten als inkomen (55%), de financiële toestand (54%) en financiering (60%). Wel is maar minder dan de helft (45%) tevreden over zijn werktijden. Meer dan één op twee is tevreden over de verantwoordelijkheid (59%), onafhankelijkheid (70%), het welbevinden (93%) en het ondernemerschap (71%) dat zijn beroep biedt. Vrije beroepen zijn gelukkig over hun bijscholing, slechts 1% vindt dat problematisch. De verklaring kan liggen in het feit dat vrije beroepen zich verplicht moeten bijscholen en er bijgevolg een groot opleidingsaanbod bestaat. Problematisch is de sociale bescherming in het vrije beroep, slechts 12% is hierover tevreden.
Maatregelen
FVIB vraagt meer ondersteuning van ondernemersvaardigheden, zowel in de basisopleiding als eigenlijke bedrijfsvoering via bijscholing. Hierdoor zijn vrije beroepen beter gewapend voor een autonome praktijkvoering. FVIB dringt er daarnaast op aan om vrije beroepen die willen samenwerken te ondersteunen. Associatievorming kan bijdragen tot een positieve werk-privébalans en een lagere werkdruk. Via haar project ‘Associëren om te innoveren’ met de steun van EFRO en de Vlaamse Overheid biedt FVIB zelf heel wat diensten aan vrije beroepen die willen samenwerken (meer info: www.fvib.be/samenwerken). Meer elektronisering moet de papierhoop kleiner maken en bijdragen tot betere contacten met de overheid. Voorts pleit FVIB voor een meer gelijkwaardige sociale bescherming voor vrije beroepen. Zeker voor wat pensioenen betreft, is het verschil met de werknemers nog steeds opmerkelijk. Ten slotte wijst FVIB erop dat het sensibiliseren van de sector van groot belang is. De Federatie is bereid initiatieven hiertoe te ondersteunen, zoals de uitbouw van een SERV-werkbaarheidstool.